Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/149
Schuldsanering. Beslissing rechter-commissaris verhoging vrij te laten bedrag (art. 295 lid 3 Fw); niet-ontvankelijkheid saniet in hoger beroep (art. 315 lid 2 Fw).
HR 20-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:53
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 januari 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
22/03792
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:53, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1096, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2022
- Wetingang
Samenvatting
Ingevolge art. 315 lid 2 Fw staat tegen een overeenkomstig art. 295 lid 3 Fw genomen beschikking van de rechter-commissaris geen hoger beroep open. Daarbij maakt het geen verschil of de rechter-commissaris de beschikking ambtshalve of op verzoek heeft genomen. Het staat de schuldenaar vrij om de rechter-commissaris te verzoeken een nieuwe beschikking over de verhoging van het vrij te laten bedrag te nemen. Ook de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.