Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 325 unquadragies Correlaties binnen subklassen voor het creditspreadrisico voor niet in de ACHP opgenomen securitisaties
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2021, L 398). Wordt toegepast vanaf 27-06-2019.
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Tussen twee gevoeligheden WSk en WSl binnen dezelfde subklasse wordt de correlatieparameter ρkl vastgesteld als volgt:
ρkl = ρkl(tranche) · ρkl(tenor) · ρkl(basis)
waarbij:
ρkl(tranche) gelijk is aan 1 indien de twee namen van de gevoeligheden k en l tot dezelfde subklasse behoren en met dezelfde securitisatietranche verband houden (een overlapping van meer dan 80 % in notionele termen), en anders aan 40 %;
ρkl(tenor) gelijk is aan 1 indien de twee toppunten van de gevoeligheden k en l identiek zijn, en anders aan 80 %; en
ρkl(basis) gelijk is aan 1 indien de twee gevoeligheden met dezelfde curves verband houden, en anders aan 99,90 %.
2.
De in lid 1 bedoelde correlatieparameters gelden niet voor subklasse 25 in tabel 7 van artikel 325 quadragies, lid 1. Het eigenvermogensvereiste voor de formule voor de aggregatie van het deltarisico binnen subklasse 25 is gelijk aan de som van de absolute waarden van de aan die subklasse toegewezen gewogen nettogevoeligheden: