BNB 2011/250
De Hoge Raad onderzoekt ambtshalve of de bevoegdheid tot het opleggen van een vergrijpboete door tijdsverloop is vervallen
HR 10-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7637, m.nt. G.J.M.E. de Bont
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Schaap, Feteris, Koopman
- Zaaknummer
10/04843
- Noot
G.J.M.E. de Bont
- LJN
BQ7637
- JCDI
JCDI:ADS172433:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BQ7637, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2011
- Wetingang
Art. 11, derde lid, en art. 67e AWR; art. 5:45 Awb
Essentie
De Hoge Raad onderzoekt ambtshalve of de bevoegdheid tot het opleggen van een vergrijpboete door tijdsverloop is vervallen
Samenvatting
Aan belanghebbende is onder meer voor het jaar 1999 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen met een vergrijpboete opgelegd. Het Hof heeft de boete verminderd.
HR: De stukken van het geding laten geen andere conclusie toe dan dat de wettelijke termijn voor het opleggen van een vergrijpboete voor het jaar 1999 verstreken was op het moment waarop de Inspecteur de boete voor dat jaar oplegde. De belastingrechter dient in geval van een geschil over een bestuurlijke boete ambtshalve te onderzoeken of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.