RvdW 2017/586
Oneerlijke mededinging. Slaafse nabootsing; verwarringsgevaar; ‘eigen gezicht’ nagebootst product op relevante markt; verwatering eigen gezicht; te vergen inspanningen om nabootsingen van markt te weren.
HR 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:938
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 mei 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/01404
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:938, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:102, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2016
- Wetingang
art. 6:162 BW ; art. 10bis Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom van 20 maart 1883; art. 2.TRIPS-overeenkomst
Essentie
Oneerlijke mededinging. Slaafse nabootsing; verwarringsgevaar; ‘eigen gezicht’ nagebootst product op relevante markt; verwatering eigen gezicht; te vergen inspanningen om nabootsingen van markt te weren.
Ten aanzien van nabootsing van een stoffelijk product dat niet (langer) wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom geldt dat nabootsing van dit product in beginsel vrijstaat, zij het dat dit beginsel uitzondering lijdt wanneer door die nabootsing verwarring bij het publiek valt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.