Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen 1997
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2014. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2010
- Bronpublicatie:
16-12-2013, Stcrt. 2014, 1595 (uitgifte: 17-01-2014, regelingnummer: 2013-0000769822)
- Inwerkingtreding
18-01-2014, terugwerkend tot: 01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2013, Stcrt. 2014, 1595 (uitgifte: 17-01-2014, regelingnummer: 2013-0000769822)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Van de in artikel 1, eerste lid, onderdelen a en b, genoemde belastingen zijn, voor zover van toepassing, vrijgesteld:
- a.
de Carnegie-Stichting te Den Haag, ter zake van het Vredespaleis;
- b.
the Commonwealth War Graves Commission, Northern Europe Area, ter zake van de begraafplaatsen met de blijvende zorg waarvan zij is belast en andere onroerende zaken welke worden gebruikt voor de zorg van de begraafplaatsen, gelegen te Bergen op Zoom, Brunssum, Groesbeek, Holten, Mierlo, Gennep, Mook en Middelaar, Nederweert, Nijmegen, Renkum, Vierlingsbeek, Schiermonnikoog, Sittard, Heeze-Leende, Uden, Valkenswaard en Venray;
- c.
het Koninkrijk België, ter zake van de onroerende zaken gelegen te Vlissingen, in gebruik bij het Belgische Loodswezen;
- d.
Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, ter zake van de onroerende zaak, gelegen te Den Haag, Bordewijklaan 15;
- e.
de Stichting Haagsche Academie voor Internationaal Recht, ter zake van het Vredespaleis te Den Haag;
- f.
de stichting Institut Français des Pays-Bas, ter zake van de onroerende zaken gelegen te Amsterdam, Vijzelgracht 2A;
- g.
de Republiek Frankrijk, ter zake van de onroerende zaken, gelegen te Amsterdam, Vijzelgracht 2A, zolang deze onroerende zaken in gebruik zijn bij het Institut Français des Pays-Bas;
- h.
het Goethe Institut Nederland, ter zake van de onroerende zaken gelegen te Amsterdam, Herengracht 470, en te Rotterdam, Westersingel 9;
- i.
het Instituto Cervantes, ter zake van de onroerende zaak, gelegen te Utrecht, Domplein 3;
- j.
de Bondsrepubliek Duitsland, ter zake van de onroerende zaken, gelegen te Amsterdam, Herengracht 470, en te Rotterdam, Westersingel 9, zolang deze onroerende zaken in gebruik zijn bij het Goethe Institut Nederland;
- k.
The British Council, ter zake van de onroerende zaak, gelegen te Amsterdam, Keizersgracht 343;
- l.
het Koninkrijk België, ter zake van de onroerende zaken in gebruik bij de douane-autoriteiten van die mogendheid op grond van het Verdrag tussen Nederland en België, nopens samenvoeging van douanebehandeling aan de Nederlands-Belgische grens, van 13 april 1948 (Trb. 1951, 128);
- m.
de Bondsrepubliek Duitsland, ter zake van de onroerende zaken in gebruik bij de douane-autoriteiten van die mogendheid op grond van de overeenkomst tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland, nopens de samenvoeging van de grenscontrole, enzovoort, van 30 mei 1958 (Trb. 1958, 81);
- n.
Het Europees Instituut voor Bestuurskunde ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente Maastricht, Onze Lieve Vrouweplein 22, 22a, 22c en 23 en Hondstraat 17 en 19;
- o.
de Vlaamse Gemeenschap in Nederland te Amsterdam, ter zake van de onroerende zaken, gelegen te Amsterdam, Nes 43, Nes 43 AA, Nes 43 II, Nes 45, Oudezijds Voorburgwal 276 en Sint Pietershalsteeg 2.
2.
Met betrekking tot de onroerende zaak, genoemd in het eerste lid, wordt een vrijstelling van een belasting uitsluitend verleend voor zover de onroerende zaak niet dient tot woning.
3.
Een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid, onderdelen c, f, g, h, i, j, k, l, en n wordt niet verleend in de gevallen waarin de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft verklaard dat ter zake van die vrijstelling de wederkerigheid niet is gewaarborgd.