Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Ierland tot uitlevering van misdadigers
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 14-03-1899
- Bronpublicatie:
26-09-1898, Stb. 1899, 15 (uitgifte: 07-01-1899, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-03-1899
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-1898, Stb. 1899, 15 (uitgifte: 07-01-1899, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Verdrag van 26 september 1898
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, en Hare Majesteit de Koningin van het Vereenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Ierland, Keizerin van Indië, in gemeenschappelijk overleg overeen gekomen zijnde een nieuw verdrag te sluiten betreffende de uitlevering van misdadigers, hebben gezegde Hooge Contracteerende Partijen te dien einde tot Hoogstderzelver Gevolmachtigden benoemd te weten:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, Alexander Willem baron Schmimmelpenninck[lees: Schimmelpenninck] van der Oye, tijdelijk zaakgelastigde der Nederlanden te Londen, Ridder der orde van Oranje-Nassau, enz., enz.;
En Hare Majesteit de Koningin van het Vereenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Ierland, Keizerin van Indië, den heer Robert Arthur Talbot Gascoyne Cecil, markies van Salisbury, graaf van Salisbury, burggraaf Cranborne, baron Cecil, pair van het Vereenigd Koninkrijk, ridder van de orde van den Kouseband, lid van Harer Majesteits Geheimen Raad, Harer Majesteits voornaamsten secretaris van Staat voo.r[lees: voor] Buitenlandsche Zaken, enz., enz.;
Die, na elkander hunne respectieve volmachten te hebben medegedeeld, welke in goeden en behoorlijken vorm zijn bevonden, omtrent de volgende artikelen zijn overeengekomen en deze hebben vastgesteld:-
Verdragpartijgroep