RFR 2017/29
Vervangende toestemming. Kan vervangende toestemming voor verhuizing naar het buitenland worden verleend, als er voor de periode na de verhuizing nog geen (definitieve) ouderschapsregeling is vastgesteld?
HR 25-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2709
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/01951
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925487:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2709, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:924, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2016
- Wetingang
Art. 1:253a BW; art. 815 lid 6 Rv
Essentie
Gezag. Omgang. Vervangende toestemming.
Mocht het hof aan de vrouw vervangende toestemming verlenen om met het kind naar Israël te verhuizen, zonder een zorgregeling in het dictum vast te leggen?
Samenvatting
Partijen zijn in 2009 in Israël gehuwd en kort daarna naar Nederland verhuisd. In 2013 is hun dochter geboren. Eind 2013 is de vrouw zonder toestemming van de man met de minderjarige naar Israël vertrokken. In februari 2014 is in Israël de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Daarnaast zijn in Israël diverse procedures gevoerd die hebben geresulteerd in een bevel tot teruggeleiding van de minderjarige. De vrouw is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.