Besluit leaseregeling, goed koopmansgebruik
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
10-12-2019, Stcrt. 2019, 66228 (uitgifte: 20-12-2019, regelingnummer: 2019-166072)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2019, Stcrt. 2019, 66228 (uitgifte: 20-12-2019, regelingnummer: 2019-166072)
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering / Verhaalsrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
Besluit van 10 december 2019
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
In dit besluit is beleid opgenomen over leasing. In het besluit is de zogenoemde leaseregeling uit het besluit van 15 november 1999, nr. AFZ 99/3262M,Stcrt. 1999, 225, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 juni 2001, RTB2001/2423M,Stcrt. 2001, 122, opgenomen. Daarbij zijn de vragen en antwoorden uit het besluit van 20 juli 2001, RTB2001/2503M, ingevoegd. Daarnaast is een beleidsstandpunt opgenomen over IFRS 16 en goed koopmansgebruik.
In dit besluit zijn in onderdeel 2 vragen en antwoorden uit het besluit van 20 juli 2001 ingevoegd in de leaseregeling uit het besluit van 15 november 1999, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 juni 2001:
- –
Onderdeel 2, aanhef: opname van vraag en antwoord 1 en 10;
- –
Onderdeel 2.1: opname van vraag en antwoord 3, 4, 5 en 6;
- –
Onderdeel 2.2, aanhef: opname van en verduidelijking van vraag en antwoord 2;
- –
Onderdeel 2.2.1, onder toelichting voorwaarde 3: opname van vraag en antwoord 8, hierbij is het voorbeeld aangepast;
- –
Onderdeel 2.5: in aangepaste vorm opname van vraag en antwoord 9.
Niet verwerkt zijn de volgende (aspecten van) vragen en antwoorden:
- –
De zin “fiscale subsidies hebben er geen invloed op” van vraag en antwoord 3;
- –
Vraag en antwoord 7;
- –
Het voorbeeld windmolenpark uit vraag en antwoord 11;
- –
Vraag en antwoord 12;
- –
Vraag en antwoord 13.
Vraag en antwoord 13 is niet opgenomen omdat deze zijn belang heeft verloren.
Met het niet opnemen van de overige (aspecten van) vragen en antwoorden is inhoudelijk geen wijziging beoogd.
Niet alle bijzondere bepalingen uit voornoemd besluit van 15 november 1999 zijn opgenomen. Bijzondere bepaling 1 is niet meer opgenomen omdat deze bepaling niet passend is bij het risico dat een lessor moet lopen. Een aanpassing van de overeenkomst is een nieuw beoordelingsmoment. Bijzondere bepaling 3 betrof een situatie van vooroverleg met de inspecteur. Dit vooroverleg is nog steeds mogelijk binnen de kaders van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht. Bijzondere bepaling 4 is niet opgenomen omdat deze zijn belang heeft verloren.
Met de tekstuele wijzigingen in onderdeel 2 ten opzichte van de vorige besluiten is overigens ook geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Nieuw in dit besluit is onderdeel 3, IFRS 16, operationele lease en jaarwinstbepaling lessee.
Belastingdienst/Corporate dienst Vaktechniek
Besluit van 10 december 2019, nr. 2019-166072, Staatscourant 2019,