Einde inhoudsopgave
Besluit leaseregeling, goed koopmansgebruik
2.2 Criteria
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
10-12-2019, Stcrt. 2019, 66228 (uitgifte: 20-12-2019, regelingnummer: 2019-166072)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2019, Stcrt. 2019, 66228 (uitgifte: 20-12-2019, regelingnummer: 2019-166072)
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering / Verhaalsrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
De lessor zal uitsluitend voor de toepassing van het bodemrecht ex artikel 22, derde lid, IW 1990, alsmede voor de toepassing van artikel 3.30, eerste lid, Wet IB 2001 en de investeringsfaciliteiten in ieder geval als eigenaar van een door hem op basis van leasing ter beschikking gesteld leaseobject worden aangemerkt indien hij:
- a.
zich als zodanig gedraagt,
- b.
de juridische eigendom van het leaseobject heeft, én
- c.
het positieve en/of negatieve restwaarderisico ten aanzien van het leaseobject loopt (zie hierna onderdeel 2.2.1.).
Het gedragen als eigenaar blijkt onder andere uit het feit dat de lessor, op grond van Nederlandse fiscale maatstaven, met uitsluiting van anderen, het leaseobject activeert op de fiscale balans, dan wel daarover heeft afgeschreven.
Onbenoemd 2.2.1 Het positieve en/of negatieve restwaarderisico