RAV 2024/24
Onrechtmatige overheidsdaad. Wanneer vangt de verjaringstermijn aan van rechtsvorderingen tot vergoeding van schade door een onrechtmatig besluit en tot vergoeding van schade door een onrechtmatige onzelfstandige voorbereidingshandeling?
HR 08-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1172
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 september 2023
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/01649
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS956949:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1172, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:446, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2022
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad.
Wanneer vangt de verjaringstermijn aan van rechtsvorderingen tot vergoeding van schade door een onrechtmatig besluit en tot vergoeding van schade door een onrechtmatige onzelfstandige voorbereidingshandeling?
Samenvatting
Verweerder in cassatie is eigenaar van een perceel op de hoek van twee straten. In 2005 heeft hij de gemeente Brummen verzocht het perceel aan te merken als bouwperceel ten behoeve van een woning. Daarop heeft de gemeente bij principebesluiten van 25 april 2006 en 13 juli 2006 gereageerd. De door de eigenaar aangevraagde bouwvergunning heeft de gemeente geweigerd. Zijn bezwaar en beroep zijn ongegrond verklaard. In ABRvS 11 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.