RF 2019/65
Kunnen procespartijen er aanspraak op maken dat een procedure wordt uitgesteld of aangehouden tot in een andere (eventueel nog toekomstige) procedure het antwoord op een (mogelijke) rechtsvraag is gegeven?
HR 12-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:590
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 april 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/05108
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS74506:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:590, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1429, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2017
- Wetingang
Art. 3:303 BW
Essentie
Negatieve verklaring voor recht.
Kunnen procespartijen er aanspraak op maken dat een procedure wordt uitgesteld of aangehouden tot in een andere (eventueel nog toekomstige) procedure het antwoord op een (mogelijke) rechtsvraag is gegeven? Is er verschil tussen het adviseren door Dexia zelf en het adviseren door tussenpersonen? (Dexia)
Samenvatting
Eiser heeft een effectenleaseovereenkomst gesloten die met een negatief saldo is geëindigd. Eiser heeft door middel van een opt-out-verklaring aangegeven niet aan de Duisenberg-regeling gebonden te willen zijn. In een aantal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.