RCR 2019/55
Effectenlease. Wanneer zijn betalingen te kwader trouw ontvangen na vernietiging van een effectenleaseovereenkomst?
HR 05-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:506
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01146
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68139:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:506, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:178, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Effectenleaseovereenkomst. Ontbreken toestemming echtgenote. Vernietiging. Wettelijke rente. Ontvangst bedragen te kwader trouw.
Wanneer zijn betalingen te kwader trouw ontvangen na vernietiging van een effectenleaseovereenkomst?
Samenvatting
Consument heeft in 2001 een effectenleaseovereenkomst gesloten met Dexia. De echtgenote heeft de overeenkomst niet mede ondertekend en de overeenkomst vervolgens in 2005 vernietigd op grond van art. 1:88-89 BW. Consument vordert bij de kantonrechter terugbetaling van alle betaalde bedragen op grond van onverschuldigde betaling, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de betalingen. Het hof oordeelt dat Dexia reeds in 2001 geacht kan worden op de hoogte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.