RBP 2018/40
Verstekverlening in cassatie. KEI. Is een kantoorbetekening als bedoeld in art. 63 lid 1 Rv ook mogelijk ingeval van een buitenlandse verweerder die geen bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf heeft in een land ten aanzien waarvan een betekeningsverdrag of -verordening geldt?
HR 16-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:366
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 maart 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00143
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- JCDI
JCDI:ADS928827:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2109, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1059, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2018
ECLI:NL:HR:2018:366, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:207, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Verstekverlening in cassatie. KEI. Is een kantoorbetekening als bedoeld in art. 63 lid 1 Rv ook mogelijk ingeval van een buitenlandse verweerder die geen bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf heeft in een land ten aanzien waarvan een betekeningsverdrag of -verordening geldt?
Samenvatting
Eiseres tot cassatie heeft op 10 januari 2018 een procesinleiding bij de Hoge Raad ingediend. In de procesinleiding is vermeld dat verweerster gevestigd en kantoorhoudend in Curaçao is. In de procesinleiding wordt verder vermeld dat verweerster ten laatste kan verschijnen op 9 februari 2018. De procesinleiding en het door de Hoge Raad verstrekte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.