Prg. 2020/63
Een wrakingsverzoek kan afhankelijk worden gesteld van een afwijzende beslissing op een ander verzoek, ingeval dat wrakingsverzoek zelf op een andere grond berust dan op de inhoud van het nog te geven oordeel over dat andere verzoek.
HR 31-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:155
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 januari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02144
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188190:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:155, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1009, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Kan wrakingsverzoek afhankelijk worden gesteld van uitkomst verzoek tot verwijzing naar ander hof?
Ja, maar alleen als dat wrakingsverzoek zelf op andere grond berust dan op inhoud van nog te nemen beslissing op dat verwijzingsverzoek (bijvoorbeeld partijdigheid).
Samenvatting
Verzoeker heeft tegen de beschikking van het hof en tegen de beslissing van de wrakingskamer beroep in cassatie ingesteld. Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek, omdat dit niet door een advocaat was ingediend. Verzoeker wilde daarna van het complete dossier een afschrift voor zijn nieuwe advocaat en verwijzing naar een ander hof. Als dat laatste niet zou gebeuren – ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.