Einde inhoudsopgave
Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen
Artikel 9 De herplaatsingstoelage
Geldend
Geldend vanaf 30-03-2001
- Bronpublicatie:
06-02-2001, Stb. 2001, 140 (uitgifte: 29-03-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-03-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2001, Stb. 2001, 140 (uitgifte: 29-03-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Recht op een herplaatsingstoelage heeft de arbeidsongeschikte beroepsmilitair die:
- a.
wordt herplaatst in een of meer andere dienstbetrekkingen, en
- b.
niet volledig arbeidsongeschikt is, en
- c.
zijn resterende verdiencapaciteit volledig benut.
2.
De herplaatsingstoelage bedraagt het nadelig verschil tussen enerzijds de berekeningsgrondslag waarnaar het arbeidsongeschiktheidspensioen moet of zou moeten worden berekend en anderzijds het totaal van de daarmee overeenkomende inkomsten uit de nieuwe dienstbetrekking, de arbeidsongeschiktheidsuitkering en het arbeidsongeschiktheidspensioen.
3.
Bij herplaatsing in een dienstbetrekking op grond waarvan de gewezen beroepsmilitair deelnemer is krachtens het pensioenreglement, wordt bij de toepassing van het tweede lid als inkomsten uit de nieuwe dienstbetrekking aangemerkt het inkomen in de nieuwe dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3.1. van het vorengenoemde pensioenreglement.
4.
De loonsuppletie, bedoeld in artikel 32 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, wordt gerekend tot de in het tweede lid bedoelde inkomsten uit de nieuwe dienstbetrekking.
5.
Het recht op een herplaatsingstoelage vervalt met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin niet meer aan de voorwaarden voor de toekenning ervan wordt voldaan.