Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 223 Instelling en taken van interparlementaire delegaties
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2024
- Redactionele toelichting
Treedt in werking bij aanvang van de eerste vergaderperiode na de volgende verkiezingen van het Europees Parlement.
- Bronpublicatie:
07-07-2022, PbEU 2022, C 99 (uitgifte: 01-03-2022, regelingnummer: P9_TA(2021)0330)
- Inwerkingtreding
16-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2022, PbEU 2022, C 99 (uitgifte: 01-03-2022, regelingnummer: P9_TA(2021)0330)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Op voorstel van de Conferentie van voorzitters stelt het Parlement vaste interparlementaire delegaties in en besluit het over de aard en het aantal leden. Het aantal leden van elke delegatie wordt vastgesteld naargelang de taken van de delegatie. De leden worden tijdens de eerste of de tweede vergaderperiode van het nieuwgekozen Parlement voor de duur van de zittingsperiode benoemd door de fracties en de niet-fractiegebonden leden.
2.
De fracties zorgen voor zover mogelijk voor een billijke vertegenwoordiging van de lidstaten, de politieke stromingen en de geslachten. In delegaties mag niet meer dan een derde van de leden dezelfde nationaliteit hebben. Artikel 209 is van overeenkomstige toepassing.
3.
De bureaus van de delegaties worden samengesteld volgens de in artikel 213 voor de commissiebureaus vastgestelde procedure. De leden van de bureaus van de delegaties worden echter voor de duur van de zittingsperiode gekozen.
4.
Het Parlement stelt de algemene bevoegdheden van de verschillende delegaties vast. Het kan te allen tijde tot uitbreiding en beperking van deze bevoegdheden besluiten.
5.
De Conferentie van voorzitters stelt op voorstel van de Conferentie van delegatievoorzitters de voor de werkzaamheden van de delegaties noodzakelijke uitvoeringsbepalingen vast.
6.
De voorzitter van een delegatie brengt regelmatig verslag uit aan de voor buitenlandse zaken bevoegde commissie over de werkzaamheden van de delegatie.
7.
De voorzitter van een delegatie krijgt de gelegenheid in een commissie het woord te voeren wanneer er een onderwerp aan de orde is dat onder de bevoegdheid van de delegatie valt. Hetzelfde geldt bij vergaderingen van de delegatie voor de voorzitter of rapporteur van die commissie.