RBP 2014/97
Schadebegroting. Heeft het hof door de schade aanstonds vast te stellen het beginsel van hoor en wederhoor geschonden en daarmee een verrassingsbeslissing gegeven?
HR 10-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2930
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, M.V. Polak, G. de Groot
- Zaaknummer
13/02796
- Conclusie
A-G. mr. M.H. Wissink
- JCDI
JCDI:ADS919641:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2930, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:675, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2014
- Wetingang
Essentie
Schadebegroting.
Heeft het hof door de schade aanstonds vast te stellen het beginsel van hoor en wederhoor geschonden en daarmee een verrassingsbeslissing gegeven? Is de hoofdregel van art. 6:97 BW miskend doordat het hof de schade ex aequo et bono heeft vastgesteld?
Samenvatting
De v.o.f. A en haar vennoten zijn in staat van faillissement verklaard. In de periode voor het faillissement heeft een van de vennoten een aantal panden aan eisers verkocht voor een prijs onder de marktwaarde. In deze – door de curator in het faillissement aangespannen procedure – staat de vraag centraal of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.