RvdW 2018/1115
Onrechtmatige daad. Rechtspersonenrecht. Onrechtmatige daad jegens holdingmaatschappij; kan schade geleden door dochtermaatschappij schade van holding/aandeelhouder tot gevolg hebben die voor vergoeding in aanmerking komt?; maatstaf.
HR 12-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1899
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/02554
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1899, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:576, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige daad. Rechtspersonenrecht. Onrechtmatige daad jegens holdingmaatschappij; kan schade geleden door dochtermaatschappij schade van holding/aandeelhouder tot gevolg hebben die voor vergoeding in aanmerking komt?; maatstaf.
Volgens vaste rechtspraak geldt dat indien een derde aan een naamloze of besloten vennootschap vermogensschade toebrengt door een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een contractuele verplichting jegens de vennootschap of door gedragingen die jegens de vennootschap onrechtmatig zijn, alleen de vennootschap een vordering heeft tot vergoeding van deze schade. In beginsel komt aan een of meer houders van aandelen in de vennootschap niet een vordering toe tot vergoeding van schade bestaande in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.