Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de Europese Unie
Artikel 10 [Representatieve democratie]
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze versie het Verdrag van Lissabon. Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 10 (oud) vervallen. Vervangt ten gronde art. 191, eerste alinea, EG-verdrag.
- Bronpublicatie:
13-12-2007, Trb. 2008, 11 (uitgifte: 01-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Besluitvorming
EU-recht / Instituties
Staatsrecht / Algemeen
1.
De werking van de Unie is gegrond op de representatieve democratie.
2.
De burgers worden op het niveau van de Unie rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement.
De lidstaten worden in de Europese Raad vertegenwoordigd door hun staatshoofd of hun regeringsleider en in de Raad door hun regering, die zelf democratische verantwoording verschuldigd zijn aan hun nationale parlement of aan hun burgers.
3.
Iedere burger heeft het recht aan het democratisch bestel van de Unie deel te nemen. De besluitvorming vindt plaats op een zo open mogelijke wijze, en zo dicht bij de burgers als mogelijk is.
4.
De politieke partijen op Europees niveau dragen bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie.