RvdW 2018/623
Wet op de ondernemingsraden (WOR). Beroep ondernemingsraad op voet art. 26 lid 4 WOR bij ondernemingskamer tegen besluit Stichting Holland Casino tot juridische afsplitsing van haar vermogen naar een nieuw op te richten NV. Grond voor beroep; vereiste gegrondheid op bezwaren in advies. Marginale toetsing door ondernemingskamer; maatstaf; beleidsvrijheid ondernemer. Wordt met juridische afsplitsing de in art. 2:18 lid 6 BW opgenomen vermogensklem omzeild?
HR 18-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:725
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 mei 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/02136
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:725, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:166, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2017
- Wetingang
Essentie
Wet op de ondernemingsraden (WOR). Beroep ondernemingsraad op voet art. 26 lid 4 WOR bij ondernemingskamer tegen besluit Stichting Holland Casino tot juridische afsplitsing van haar vermogen naar een nieuw op te richten NV. Grond voor beroep; vereiste gegrondheid op bezwaren in advies. Marginale toetsing door ondernemingskamer; maatstaf; beleidsvrijheid ondernemer. Wordt met juridische afsplitsing de in art. 2:18 lid 6 BW opgenomen vermogensklem omzeild?
Op grond van art. 26 lid 4 WOR kan de ondernemingsraad uitsluitend beroep tegen het besluit van de ondernemer instellen bij de ondernemingskamer op de grond dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.