Einde inhoudsopgave
Richtlijn 92/58/EEG betreffende de minimumvoorschriften voor de veiligheids- en/of gezondheidssignalering op het werk (negende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 22-07-1992
- Bronpublicatie:
24-06-1992, PbEG 1992, L 245 (uitgifte: 26-08-1992, regelingnummer: 92/58/EEG)
- Inwerkingtreding
22-07-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-1992, PbEG 1992, L 245 (uitgifte: 26-08-1992, regelingnummer: 92/58/EEG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Richtlijn van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften voor de veiligheids- en/of gezondheidssignalering op het werk (negende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 118 A,
Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na overleg met het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (1),
In samenwerking met het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat in artikel 118 A van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad door middel van richtlijnen de minimumvoorschriften vaststelt om de verbetering van met name het arbeidsmilieu te bevorderen, ten einde de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te beschermen;
Overwegende dat volgens genoemd artikel in deze richtlijnen wordt vermeden zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen op te leggen dat zij oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen zouden kunnen hinderen;
Overwegende dat de mededeling van de Commissie over haar programma inzake de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op het werk (4) voorziet in de herziening en uitbreiding van de werkingssfeer van Richtlijn 77/576/EEG van de Raad van 25 juli 1977 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de veiligheidssignalering op de arbeidsplaats (5);
Overwegende dat de Raad in zijn resolutie van 21 december 1987 betreffende de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats (6) nota heeft genomen van het voornemen van de Commissie om hem op korte termijn een voorstel voor herziening en uitbreiding van voornoemde richtlijn voor te leggen;
Overwegende dat Richtlijn 77/576/EEG om redenen van rationaliteit en duidelijkheid door de onderhavige richtlijn dient te worden vervangen;
Overwegende dat de onderhavige richtlijn een bijzondere richtlijn is in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (7); dat de bepalingen van laatstgenoemde richtlijn derhalve ten volle van toepassing zijn op de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk, onverminderd meer dwingende en/of specifieke bepalingen die in de onderhavige richtlijn zijn opgenomen;
Overwegende dat de bestaande communautaire regelgeving inzonderheid betrekking heeft op veiligheidsborden en de signalering van obstakels en gevaarlijke plaatsen en daardoor beperkt is tot een beperkt aantal signaleringswijzen;
Overwegende dat een dergelijke beperking tot gevolg heeft dat bepaalde risico's niet op adequate wijze worden gesignaleerd; dat er derhalve nieuwe signaleringswijzen dienen te worden geïntroduceerd ten einde de werkgevers en werknemers in staat te stellen risico's voor de veiligheid en/of gezondheid op het werk te herkennen en te vermijden;
Overwegende dat er een veiligheids- en/of gezondheidssignalering moet bestaan, wanneer risico's niet kunnen worden voorkomen of niet voldoende kunnen worden beperkt door de collectieve technische beschermingsmiddelen of door maatregelen, methoden of handelwijzen in de sfeer van de werkorganisatie;
Overwegende dat de talrijke verschillen inzake veiligheids- en/of gezondheidssignalering die momenteel tussen de Lid-Staten bestaan tot onveiligheid kunnen leiden, die nog in de hand kan worden gewerkt door het vrije verkeer van werknemers in het kader van de interne markt;
Overwegende dat het gebruik op het werk van een geharmoniseerde signalering er in de regel toe zal bijdragen dat de door taal- en cultuurverschillen tussen de werknemers veroorzaakte risico's worden beperkt;
Overwegende dat deze richtlijn een concreet element vormt in het kader van de verwezenlijking van de sociale dimensie van de interne markt;
Overwegende dat het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats, krachtens Besluit 74/325/EEG (8), door de Commissie wordt geraadpleegd voor het uitwerken van voorstellen op dit gebied,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB nr. C 53 van 28.2.1991, blz. 42, en PB nr. C 279 van 26.10.1991, blz. 13.
PB nr. C 240 van 16.9.1991, blz. 102, en PB nr. C 150 van 15.6.1992.
PB nr. C 159 van 17.6.1991, blz. 9.
PB nr. C 28 van 3.2.1988, blz. 3.
PB nr. L 229 van 7. 9. 1977, blz. 12, Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 79/640/EEG van de Commissie (PB nr. L 183 van 19.7.1979, blz. 11).
PB nr. C 28 van 3.2.1988, blz. 1.
PB nr. L 183 van 29.6.1989, blz. 1.
PB nr. L 185 van 9.7.1974, blz. 15. Besluit laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1985.