Wet inzake spaarbewijzen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2005
- Bronpublicatie:
24-06-2004, Stb. 2004, 300 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29218)
- Inwerkingtreding
01-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2004, Stb. 2004, 583 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Wet van 21 mei 1985, houdende regelen inzake niet op naam gestelde spaarbewijzen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te geven met betrekking tot de uitgifte, de verhandeling en de uitbetaling van niet op naam gestelde spaarbewijzen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: