NJB 2017/1472:Beklag aangaande beslag en mogelijke latere verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen voorwerp: ingeval het belang van strafvordering het voortduren van een art. 94 Sv-beslag niet meer vordert en een derde conform art. 552a Sv een klaagschrift heeft ingediend strekkende tot teruggave, dient de rechter te beoordelen of de klager die stelt rechthebbende te zijn, inderdaad redelijkerwijs als rechthebbende op het inbeslaggenomene kan worden aangemerkt. Het door art. 94 Sv beschermde belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen. Gelet op de in art. 33a lid 2 Sr gestelde eisen voor verbeurdverklaring, in casu sprake van niet-toereikende motivering door rechtbank dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van dat geldbedrag aan de klaagster. A-G: anders