Einde inhoudsopgave
Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken
Artikel VII [Andere verdragen]
Geldend
Geldend vanaf 07-06-1959
- Bronpublicatie:
10-06-1958, Trb. 1959, 58 (uitgifte: 09-06-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-06-1959
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-06-1958, Trb. 1959, 58 (uitgifte: 09-06-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
De bepalingen van dit Verdrag doen geen afbreuk aan de geldigheid van multilaterale of bilaterale overeenkomsten, gesloten door de Verdragsluitende Staten, betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken en ontnemen geen belanghebbende partij enig recht dat zij mocht hebben om gebruik te maken van een scheidsrechterlijke uitspraak op de wijze en in de mate, toegestaan volgens de wetgeving of de internationale overeenkomsten van het land waar op die uitspraak een beroep wordt gedaan.
2.
Het Protocol van Genève van 1923 betreffende arbitrage-clausules en het Verdrag van Genève van 1927 nopens de tenuitvoerlegging van in het buitenland gewezen scheidsrechterlijke uitspraken zullen tussen de Verdragsluitende Staten ophouden van kracht te zijn op de dag en in de mate dat zij gebonden worden door dit Verdrag.