NJ 2014/131
Hoger beroep. Niet-ontvankelijkheid wegens overschrijding beroepstermijn; rechtsmiddeltermijnen van openbare orde; ambtshalve toepassing.
HR 21-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:413, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/03842
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS127797:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:413, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1904, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑08‑2013
- Wetingang
Essentie
Hoger beroep. Niet-ontvankelijkheid wegens overschrijding beroepstermijn; rechtsmiddeltermijnen van openbare orde; ambtshalve toepassing.
Rechtsmiddeltermijnen zijn van openbare orde en moeten door de rechter ambtshalve worden toegepast. Voorts dient tot uitgangspunt dat in het belang van een goede rechtspleging duidelijkheid moet bestaan omtrent het tijdstip waarop een termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel aanvangt en eindigt, en dat aan rechtsmiddeltermijnen strikt de hand moet worden gehouden. Op laatstgenoemd uitgangspunt kan slechts onder bijzondere omstandigheden een uitzondering worden gemaakt, zoals in het geval van zogenoemde apparaatsfouten. Noch de belangen van partijen, noch een relatief geringe termijnoverschrijding, noch deze omstandigheden tezamen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.