Einde inhoudsopgave
Besluit Buitengewone Rechtspleging
Artikel 31a
Geldend
Geldend vanaf 31-07-1947
- Bronpublicatie:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-07-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
Juridische beroepen / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
In afwijking van het bepaalde in artikel 263 van het Wetboek van Strafvordering moeten de getuigen en deskundigen steeds ten minste vier dagen vóór de terechtzitting ten parkette worden opgegeven en kan de procureur-fiscaal hun dagvaarding achterwege laten, zoolang niet ten genoegen van den procureur-fiscaal bij dezen een voldoend bedrag is gestort ter nadere verrekening met de aan hen uit te betalen vergoedingen.