Einde inhoudsopgave
Besluit Buitengewone Rechtspleging
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 04-09-1944
- Bronpublicatie:
22-12-1943, Stb. 1944, D 63 (uitgifte: 04-09-1944, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-09-1944
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1943, Stb. 1944, D 63 (uitgifte: 04-09-1944, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
Juridische beroepen / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
1.
In afwijking in zooverre van het bepaalde in artikel 160 van het Wetboek van Strafvordering is ieder, die kennis draagt van eenig misdrijf, waarop de bepalingen van het Besluit Buitengewoon Strafrecht van toepassing zijn, verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij een opsporingsambtenaar.
2.
Door de in artikel 162 van dat Wetboek bedoelde colleges en ambtenaren wordt de aangifte hetzij aan den procureur-fiscaal, hetzij aan den officier van justitie of een zijner hulpofficieren gedaan.