JWB 2001/242
erfrecht, onrechtmatige daad, internationaal privaatrecht
HR 12-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD3973
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 oktober 2001
- Zaaknummer
C00/307HR
- LJN
AD3973
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD3973, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD3973, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2001
- Wetingang
art. 3 lid 1 Wet conflictenrecht onrechtmatige daad; art. 3 lid 3 Wet conflictenrecht onrechtmatige daad; art. 3:37 lid 3 BW
Essentie
erfrecht, onrechtmatige daad, internationaal privaatrecht
Samenvatting
Casus
De te Antwerpen overleden vader van de verweerders in cassatie – tevens de oom van de eisers tot cassatie – heeft in zijn testament de saldi op de bankrekening bij een bank in Amsterdam aan zijn kinderen gelegateerd. Op 3 december 1992 heeft een Belgische notaris een verklaring van erfrecht opgesteld, inhoudende dat de verweerders voor gelijke delen gerechtigd zijn in roerende en in België gelegen onroerende goederen van de overledene. Tevens bepaalt deze verklaring dat de vererving door het Belgische recht wordt beheerst. De verweerders hebben ten laste van de eisers ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.