Einde inhoudsopgave
Circulaire bijzondere opsporingsgelden
Artikel 2 Soorten toe te kennen bijzondere opsporingsgelden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stcrt. 2014, 37536 (uitgifte: 31-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stcrt. 2014, 37536 (uitgifte: 31-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Op verzoek van de betrokken hoofdofficier van justitie kan de Minister van Veiligheid en Justitie op grond van deze circulaire de volgende gelden toekennen:
- a.
(een voorschot op) tipgeld;
- b.
een beloning;
- c.
pseudokoopgeld;
- d.
opkoopgeld; en
- e.
toongeld.
2.
Onkosten- en uurvergoedingen, als bedoeld in artikel 1, onder h en schadevergoedingen, als bedoeld in artikel 1, onder i, worden in beginsel uit de financiële middelen van de betrokken opsporingsdienst betaald. In bijzondere gevallen kan de Minister van Veiligheid en Justitie, op verzoek van de betrokken hoofdofficier van justitie, echter besluiten een onkosten-, uur- of schadevergoeding toe te kennen.
3.
In het belang van de opsporing van een ernstig misdrijf of de voorkoming daarvan, of indien andere zwaarwichtige redenen in het kader van de opsporing daartoe aanleiding geven, kan de Minister van Veiligheid en Justitie onder nader te stellen voorwaarden, op verzoek van de betrokken hoofdofficier van justitie, ook in andere gevallen dan genoemd in het eerste en tweede lid, bijzondere gelden toekennen.