JWB 2015/71
Procesrecht, kantoorbetekening, verstekverlening, betekeningstermijn
HR 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:310
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 februari 2015
- Zaaknummer
14/06304
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:755, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:21, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2016
ECLI:NL:HR:2015:310, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:65, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2014
- Wetingang
Betekeningsverordening, art. 63 lid 1 Rv, art. 115 li d3 Rv
Essentie
Procesrecht, kantoorbetekening, verstekverlening, betekeningstermijn
Samenvatting
Casus
De eiseres tot cassatie heeft de verweerster in cassatie ter terechtzitting van de Hoge Raad. Het exploot is op de voet van art. 63 lid 1 Rv uitgebracht aan de advocaat van de verweerster in cassatie bij wie de verweerster in cassatie in de vorige instantie ter zake woonplaats heeft gekozen. De verweerster in cassatie is niet verschenen op de dienende dag. De eiseres tot cassatie heeft om verstekverlening gevraagd.
Rechtsvraag
In cassatie staat de verstekverlening na een kantoorbetekening centraal.
Beslissing
De Hoge Raad overweegt dat bij kantoorbetekening van een rechtsmiddelexploot op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.