NJB 2011/2065
HR, 25-10-2011, nr. 10/00616
HR 25-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1730
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, Van Schendel en Groos
- Zaaknummer
10/00616
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BS1730
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BS1730, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BS1730, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2011
- Wetingang
Sv art. 359 en 359a; Sr art. 1.14a (oud) en 14a
Essentie
1. Nu de raadsvrouw aan het hof de keuze overliet of de aangevoerde feiten moesten worden beschouwd als een vormverzuim in de zin van art. 359a Sv dan wel als een bij de strafoplegging te betrekken omstandigheid, kon zij er niet over klagen dat het hof de laatste modus koos en daarom niet hoefde te responderen op het hiervoor bedoelde vormverzuim.
2. De aanscherping van het sanctiestelsel, in het bijzonder van art. 1 lid 2 Sr in verbinding met het nieuwe art 14a Sr heeft tot gevolg dat de oplegging van een gevangenisstraf van vijftien maanden waarvan tien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.