Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Omgevingswet
Artikel 4.81 (besluiten met toepassing van de coördinatiebepaling)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aanvraag om een omgevingsvergunning of tot wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning is ingediend als bedoeld in artikel 3.16 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de aanvraag om verlening of wijziging van de vergunning krachtens artikel 6.2 van de Waterwet is ingediend binnen de in artikel 3.18, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde termijn van zes weken na de indiening van de eerstbedoelde aanvraag, maar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, is op beide aanvragen de Omgevingswet van toepassing.
2.
Artikel 4.3 is in dat geval niet van toepassing op de eerstbedoelde aanvraag.