RvdW 2021/3
Art. 81 lid 1 RO. Faillissementsrecht. Termijnstelling als bedoeld in art. 58 Fw; bestaan van de vordering.
HR 04-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1950
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 december 2020
- Magistraten
Mrs. G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
18/01575
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1950, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2019:1527, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:649, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2019
ECLI:NL:HR:2018:2220, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1153, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2018
Partij(en)
ARREST In de zaak van 1. [eiseres 1], wonende te [woonplaats], Verenigde Arabische Emiraten, 2. STICHTING DE VIJF MUSKETIERS, gevestigd te Eindhoven, EISERESSEN tot cassatie, hierna: [eiseressen], advocaat: C.S.G. Janssens, tegen 1. Mr. Philip Willem SCHREURS, wonende te Eindhoven, 2. Mr. Jan Evert STADIG, wonende te ’s-Hertogenbosch, beiden in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van [betrokkene 1], VERWEERDERS in cassatie, hierna: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.