Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 358 Welbepaalde instrumenten
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Inwerkingtreding
28-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Grondstoffenfutures en termijnverbintenissen tot aan- of verkoop van afzonderlijke grondstoffen worden in het waardemetingssysteem verwerkt als notionele bedragen op basis van de standaardmeeteenheid; er wordt op basis van de afloopdatum een looptijd aan toegekend.
2.
Grondstoffenswaps waarbij de ene zijde van de transactie een vastgestelde prijs is en de andere zijde de dagkoers, worden behandeld als een reeks posities die gelijk zijn aan het notionele bedrag van het contract, waarbij in voorkomend geval een positie overeenkomt met elke betaling op de swap en dienovereenkomstig wordt ondergebracht in de looptijdklassen van artikel 359, lid 1. De posities zijn lange posities als de instelling een vastgestelde prijs betaalt en een variabele prijs ontvangt; de posities zijn korte posities als de instelling een vastgestelde prijs ontvangt en een variabele prijs betaalt. Grondstoffenswaps waarbij de twee zijden van de transactie op verschillende grondstoffen betrekking hebben, moeten voor de benadering op grond van de looptijd in de relevante looptijdklasse worden ondergebracht.
3.
Opties en warrants op grondstoffen of op van grondstoffen afgeleide instrumenten worden voor de toepassing van dit hoofdstuk behandeld alsof het posities waren die in waarde gelijk zijn aan het bedrag van de onderliggende waarde waarop de optie betrekking heeft, vermenigvuldigd met zijn delta. De aldus berekende posities kunnen worden verrekend met compenserende posities in de identieke onderliggende grondstof respectievelijk het identieke onderliggende van grondstoffen afgeleide instrument. De gebruikte delta moet die van de betrokken beurs zijn. Voor otc-opties, of wanneer de delta van de betrokken beurs niet beschikbaar is, kan de instelling zelf de delta berekenen op basis van een passend model, mits de bevoegde autoriteiten daarvoor toestemming hebben verleend. Deze toestemming wordt verleend als het model een juiste raming geeft van de procentuele verandering in de waarde van de optie of de warrant met betrekking tot geringe veranderingen in de marktprijs van de onderliggende waarde.
De instellingen geven andere aan opties verbonden risico's, afgezien van het deltarisico, adequaat weer in hun eigenvermogensvereisten.
4.
De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot vaststelling van een reeks methoden om andere risico's, afgezien van het deltarisico, in de eigenvermogensvereisten weer te geven op een wijze die in verhouding staat tot de omvang en de complexiteit van de activiteiten van een instelling op het gebied van opties.
De EBA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 31 december 2013 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.
Vóór de inwerkingtreding van de in de eerste alinea bedoelde technische normen kunnen de bevoegde autoriteiten de bestaande nationale behandelingen blijven toepassen, indien de bevoegde autoriteiten die behandelingen al vóór 31 december 2013 toepasten.
5.
Een instelling dient de betrokken grondstoffen op te nemen in de berekening van haar eigenvermogensvereiste voor het grondstoffenrisico, als zij een van onderstaande partijen is:
- a)
de partij die grondstoffen of gegarandeerde rechten inzake de eigendom van grondstoffen overdraagt bij een retrocessieovereenkomst;
- b)
de partij die grondstoffen in lening geeft bij een grondstoffenleningsovereenkomst.