JWB 2011/590
Faillissementsrecht, internationaal privaatrecht, rechtsmacht
HR 09-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2703
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 december 2011
- Zaaknummer
11/01849
- LJN
BT2703
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT2703, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT2703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2011
- Wetingang
Art. 3 lid 1 Insolventieverordening; art. 81 RO
Essentie
Faillissementsrecht, internationaal privaatrecht, rechtsmacht
Samenvatting
Casus
De verzoeker tot cassatie is door de rechtbank in staat van faillissement verklaard. Het vonnis van de rechtbank is door het hof bekrachtigd.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag centraal of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt tot faillietverklaring van de verzoeker tot cassatie.
Beslissing
De Hoge Raad overweegt dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens de Hoge Raad gezien art. 81 RO geen nadere motivering.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep.