JWB 2006/93
Procesrecht, tussenvonnis, tussenarrest, ontvankelijkheid tussentijds appel of cassatie
HR 17-03-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8325
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 maart 2006
- Zaaknummer
C05/031HR
- LJN
AU8325
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AU8325, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AU8325, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑03‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2005
- Wetingang
Art. 1022 lid 1 Rv; art. 401a lid 2 Rv; art. 337 lid 2 Rv
Essentie
Procesrecht, tussenvonnis, tussenarrest, ontvankelijkheid tussentijds appel of cassatie
Samenvatting
Casus
De verweerster in cassatie, een verzekeringsmaatschappij, heeft de eiseres tot cassatie voor de rechter gedagvaard en gevorderd voor recht te verklaren dat de eiseres tot cassatie gehouden is de schade te dragen die een derde heeft geleden, alsmede gevorderd de eiseres tot cassatie te veroordelen tot betaling € 58.843,-, vermeerderd met de wettelijke rente. De eiseres tot cassatie heeft een incidentele conclusie ingesteld en gevorderd dat de rechter zich op grond van art. 1022 lid 1 Rv onbevoegd verklaart.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag centraal of de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.