RO 2010, 2
Verplichte aanbieding van aandelen. Is een regeling in een aandeelhoudersovereenkomst op grond waarvan een aandeelhouder bij verplichte aanbieding van zijn aandelen (‘uitstoot’) een lagere prijs ontvangt dan hij zou ontvangen op grond van art. 2:195a lid 3 BW nietig?
HR 23-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7331
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/04835
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BJ7331
- JCDI
JCDI:ADS648042:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Bedrijfseconomisch advies (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ7331, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ7331, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2009
- Wetingang
Essentie
Verplichte aanbieding van aandelen.
Is een regeling in een aandeelhoudersovereenkomst op grond waarvan een aandeelhouder bij verplichte aanbieding van zijn aandelen (‘uitstoot’) een lagere prijs ontvangt dan hij zou ontvangen op grond van art. 2:195a lid 3 BW nietig? Art. 81 RO.
Samenvatting
J-Holding is een vennootschap met drie aandeelhouders, die ieder een derde van de aandelen houden. Tussen de aandeelhouders bestaat een aandeelhoudersovereenkomst met een regeling voor uitstoting en opzegging op grond waarvan de vergoeding voor de uitgestoten aandeelhouder hoger is in geval van arbeidsongeschiktheid dan in geval van incompatibilité d'humeur of non-performance. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.