JWB 2004/461
Kosten rechtsbijstand, vergoeding, onrechtmatige daad, Europees recht, nationaal recht
HR 17-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ3810
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 december 2004
- Zaaknummer
C03/114HR
- LJN
AQ3810
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ3810, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AQ3810, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2004
- Wetingang
Art. 5aa lid 1 Wet ARB
Essentie
Kosten rechtsbijstand, vergoeding, onrechtmatige daad, Europees recht, nationaal recht
Samenvatting
Casus
De eisers tot cassatie zijn in België woonachtig. Zij hebben een in Nederland gelegen onroerend goed gekocht. Dit is aan derden verhuurd. Op grond van het belastingsverdrag tussen Nederland en België wordt over het positieve resultaat in Nederland inkomstenbelasting geheven. Ingevolge de Nederlandse belastingwetgeving wordt dit resultaat belast tegen 25%; indien de eisers tot cassatie in Nederland gevestigd zouden zijn, zou het tarief van 6,15% worden toegepast. De Inspecteur der Belastingen is hangende de bezwaarprocedure tegen de aanslag aan het bezwaar van de eisers tot cassatie tegemoet gekomen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.