V-N Vandaag 2019/1821
Voor beloning Oostenrijkse bestuurder is volgens A-G ook crisisheffing verschuldigd
HR (A-G) 13-06-2019, ECLI:NL:PHR:2019:633
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
13 juni 2019
- Zaaknummer
18/04670
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Eindheffing
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1624, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:633, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2019
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat Nederland heffingsbevoegd is ten aanzien van de crisisheffing. De crisisheffing is weliswaar ingevoerd ná de inwerkingtreding van het Verdrag, maar is een ‘belasting naar het inkomen’.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, is het niet eens met de door haar afgedragen crisisheffing van € 556.029 voor haar enige werknemer, D. D woont in Oostenrijk en is per 1 september 2012 niet meer in dienst van X bv. Volgens X bv is de heffing in strijd met de goede trouw tussen Nederland en Oostenrijk. X bv gaat in cassatie.
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat Nederland heffingsbevoegd is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.