Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 13 Methoden voor de waardering van verbonden ondernemingen
Geldend
Geldend vanaf 02-04-2016
- Bronpublicatie:
30-09-2015, PbEU 2016, L 85 (uitgifte: 01-04-2016, regelingnummer: 2016/467)
- Inwerkingtreding
02-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2015, PbEU 2016, L 85 (uitgifte: 01-04-2016, regelingnummer: 2016/467)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Bij de waardering van de activa van individuele verzekerings- en herverzekeringsondernemingen waarderen verzekerings- en herverzekeringsondernemingen deelnemingen in verbonden ondernemingen in de zin van artikel 212, lid 1, onder b), van Richtlijn 2009/138/EG in overeenstemming met de volgende hiërarchie van methoden:
- (a)
met behulp van de in artikel 10, lid 2, van deze verordening beschreven standaardmethode voor de waardering;
- (b)
met behulp van de in lid 3 bedoelde aangepaste vermogensmutatiemethode indien waardering in overeenstemming met punt a) niet mogelijk is;
- (c)
met behulp van ofwel de in artikel 10, lid 3, van deze verordening beschreven waarderingsmethode, ofwel alternatieve waarderingsmethoden in overeenstemming met artikel 10, lid 5, van deze verordening mits aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
- i)
noch waardering in overeenstemming met punt a), noch waardering in overeenstemming met punt b) is mogelijk;
- ii)
de onderneming is geen dochteronderneming als omschreven in artikel 212, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG.
2.
In afwijking van lid 1 geldt dat verzekerings- en herverzekeringsondernemingen bij de waardering van de activa van individuele verzekerings- en herverzekeringsondernemingen deelnemingen in de volgende ondernemingen op nul waarderen:
- (a)
ondernemingen die overeenkomstig artikel 214, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG van de reikwijdte van het groepstoezicht zijn uitgesloten;
- (b)
ondernemingen waarvan de boekwaarde overeenkomstig artikel 229 van Richtlijn 2009/138/EG van het voor de groepssolvabiliteit in aanmerking komend eigen vermogen wordt afgetrokken.
3.
Bij de in lid 1, onder b), bedoelde aangepaste vermogensmutatiemethode is de deelnemende onderneming verplicht haar deelnemingen in verbonden ondernemingen te waarderen op basis van het aandeel in het positieve verschil tussen de activa en de verplichtingen van de verbonden onderneming welke door de deelnemende onderneming worden aangehouden.
4.
Bij de berekening van het positieve verschil tussen de activa en de verplichtingen van verbonden ondernemingen, waardeert de deelnemende onderneming de individuele activa en passiva van de verbonden onderneming conform artikel 75 van Richtlijn 2009/138/EG en, ingeval de verbonden onderneming een verzekerings- of herverzekeringsonderneming of een in artikel 211 van genoemde richtlijn bedoeld special purpose vehicle is, de technische voorzieningen conform de artikelen 76 tot en met 85 van genoemde richtlijn.
5.
Bij de berekening van het positieve verschil tussen de activa en de verplichtingen van verbonden ondernemingen die geen verzekerings- of herverzekeringsondernemingen zijn, mag de deelnemende onderneming de vermogensmutatiemethode voorgeschreven bij de internationale standaarden voor jaarrekeningen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 door de Commissie zijn goedgekeurd, aanmerken als zijnde consistent met artikel 75 van Richtlijn 2009/138/EG wanneer waardering van individuele activa en passiva conform lid 4 niet mogelijk is. In dergelijke gevallen brengt de deelnemende onderneming de waarde van de goodwill en andere immateriële activa die overeenkomstig artikel 12, punt 2, van deze verordening op nul zouden zijn gewaardeerd, in mindering op de waarde van de verbonden onderneming.
6.
Wanneer aan de in artikel 9, lid 4, van deze verordening bedoelde criteria is voldaan en wanneer het gebruik van de in lid 1, onder a) en b), bedoelde waarderingsmethoden niet mogelijk is, mogen deelnemingen in verbonden ondernemingen worden gewaardeerd volgens de waarderingsmethode die de verzekerings- of herverzekeringsonderneming voor de opstelling van haar enkelvoudige of geconsolideerde jaarrekening toepast. In dergelijke gevallen brengt de deelnemende onderneming de waarde van goodwill en andere immateriële activa die overeenkomstig artikel 12, punt 2, van deze verordening op nul zouden zijn gewaardeerd, in mindering op de waarde van de verbonden onderneming.