V-N 2022/13.24
Afwikkeling finaal verrekenbeding met pseudo-vergoedingsrecht
HR (A-G) 14-01-2022, ECLI:NL:PHR:2022:34, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
14 januari 2022
- Zaaknummer
21/00518
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS637949:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1389, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:34, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2021
- Wetingang
art. 136 lid 2 Boek 1 BW
Essentie
A-G Wesseling-van Gent is van mening dat het hof ten onrechte geen rekening houdt met het feit dat het uitgesloten vermogen – afkomstig uit erfstellingen en schenkingen – niet meer aanwezig is. Mogelijk is aangenomen dat dit vermogen is opgegaan aan consumptieve bestedingen en dat de man daarvoor naar analogie een recht van reprise toekomt.
Samenvatting
Man en vrouw zijn in 1997 op huwelijkse voorwaarden gehuwd. In maart 2016 dient de vrouw een verzoek tot echtscheiding in. De echtscheiding wordt in augustus 2016 ingeschreven bij de burgerlijke stand. In geschil is hoe hun finale verrekenbeding moet worden toegepast. Het beding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.