NJB 2022/2269
Opsporing door militairen van de Koninklijke Marechaussee, art. 141, aanhef en onder c, Sv: deze is niet onrechtmatig wanneer het betreffende optreden van de Koninklijke Marechaussee de in art. 4 lid 1 Politiewet 2012 genoemde politietaken te buiten gaat. Mede op grond van art. 4 lid 4 Politiewet 2012 zijn die militairen ook buiten de in art. 4 lid 1 Politiewet 2012 genoemde politietaken bevoegd tot het opsporen van alle strafbare feiten en kan opsporing buiten deze politietaken (tegenover de verdachte) niet als onrechtmatig worden aangemerkt.
HR 04-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1142
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/03768
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1142, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:657, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2021
- Wetingang
Essentie
Opsporing door militairen van de Koninklijke Marechaussee, art. 141, aanhef en onder c, Sv: deze is niet onrechtmatig wanneer het betreffende optreden van de Koninklijke Marechaussee de in art. 4 lid 1 Politiewet 2012 genoemde politietaken te buiten gaat. Mede op grond van art. 4 lid 4 Politiewet 2012 zijn die militairen ook buiten de in art. 4 lid 1 Politiewet 2012 genoemde politietaken bevoegd tot het opsporen van alle strafbare feiten en kan opsporing buiten deze politietaken (tegenover de verdachte) niet als onrechtmatig worden aangemerkt.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.