BNB 2011/299
Genietingstijdstip. Moment van inbaarheid ontslaguitkering. Keuzerecht werknemer
HR 11-11-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2930
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 2011
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Tijnagel, Heisterkamp, Feteris
- Zaaknummer
10/02319
- Conclusie
A-G mr. Niessen
- LJN
BQ2930
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑11‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BQ2930, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2930, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑04‑2011
- Wetingang
Art. 3.146, eerste lid, onderdeel e, Wet IB 2001
Essentie
Genietingstijdstip. Moment van inbaarheid ontslaguitkering. Keuzerecht werknemer
Samenvatting
De werkgever van de op staande voet ontslagen belanghebbende is veroordeeld tot betaling van een ontslaguitkering. In 2002 heeft de werkgever betaling aangeboden. Vervolgens is gecorrespondeerd in verband met de mogelijkheid van aanwending van die uitkering voor aanschaf van een recht op periodieke uitkeringen. Eind 2003 heeft belanghebbende alsnog gekozen voor directe uitbetaling, die in januari 2004 heeft plaatsgevonden. In geschil is of de uitkering pas in 2004 inbaar was. Het Hof heeft die vraag bevestigend beantwoord.
HR: Indien aan een (voormalige) werknemer een ontslaguitkering wordt toegekend, brengen diens gerechtvaardigde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.