FED 2011/70
Fictieve weigering. Tegen het uitblijven van een aanslag kan bezwaar worden gemaakt nadat de aanslagtermijn van art. 11 lid 3 AWR is verstreken
HR 24-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8929, m.nt. M.H. van Schaik (late belastingaanslag en belastingbezwaar)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
24 juni 2011
- Magistraten
Schaap, Tijnagel, Heisterkamp, Feteris, Koopman
- Zaaknummer
10/01763
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
M.H. van Schaik
- LJN
BP8929
- Roepnaam
late belastingaanslag en belastingbezwaar
- JCDI
JCDI:ADS173817:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑06‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BP8929, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP8929, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑2011
- Wetingang
Essentie
Fictieve weigering. Tegen het uitblijven van een aanslag kan bezwaar worden gemaakt nadat de aanslagtermijn van art. 11 lid 3 AWR is verstreken
Samenvatting
Belanghebbende dient een aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen in over het jaar 2005 naar een terug te ontvangen bedrag. Ongeveer anderhalf jaar later – blijkbaar heeft belanghebbende op dat moment nog geen (voorlopige) aanslag ontvangen – maakt belanghebbende bezwaar tegen het niet-tijdig beslissen op zijn aangifte inkomstenbelasting 2005. In geschil is of belanghebbende op de voet van art. 6:2, aanhef en onderdeel b van de Awb beroep kan instellen wegens het niet-tijdig opleggen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.