NJB 2023/1966:Schade aan de verhuurde zaak. Wettelijk bewijsvermoeden. Op iemands trouwdag treedt een defect op in de gehuurde trouwauto. Is de schade aan de auto ontstaan gedurende de looptijd van de huurovereenkomst? Is zij ontstaan door een aan de huurder toe te rekenen tekortschieten? Hoge Raad: Het bewijsvermoeden van art. 7:218 lid 2 BW betreft schade aan de verhuurde zaak die is ontstaan gedurende de looptijd van de huurovereenkomst. Bij de toepassing van dat bewijsvermoeden is de zwaarte van de aan het tegenbewijs te stellen eisen in een concreet geval aan de rechter overgelaten. Onder omstandigheden kan voor het tegenbewijs volstaan dat over de oorzaak van de schade voldoende twijfel is ontstaan. Na verwijzing zullen de getuigenverklaringen opnieuw moeten worden gewaardeerd met als vertrekpunt het bewijsvermoeden van art. 7:218 lid 2 BW.