BNB 2022/38
Splitsingsvrijstelling overdrachtsbelasting. Verkrijging vastgoed door middel van juridische afsplitsing. Hoofddoel afsplitsing
HR 14-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:17, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 januari 2022
- Magistraten
Mrs. Koopman, Wortel, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
21/01170
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.J. de Vries
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS636379:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:17, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1037, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑11‑2021
- Wetingang
Art. 15 lid 1 onderdeel h Wet BRV
Essentie
Splitsingsvrijstelling overdrachtsbelasting. Verkrijging vastgoed door middel van juridische afsplitsing. Hoofddoel afsplitsing
Samenvatting
Belanghebbende, een vastgoedfondsvennootschap, en een stichting zijn overeengekomen dat belanghebbende de vastgoedportefeuille van de stichting zou overnemen tegen uitgifte van aandelen in belanghebbende. De stichting heeft daartoe een BV opgericht waarin zij alle aandelen houdt. De stichting heeft als (agio)storting op de aandelen het vastgoed in de BV ingebracht. Op dezelfde dag heeft de BV het van de stichting verkregen vastgoed afgesplitst naar belanghebbende en heeft belanghebbende aan de stichting aandelen toegekend. Het Hof heeft geoordeeld dat de verkrijging van de vastgoedportefeuille niet is vrijgesteld van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.