NJB 2016/2301
Rechtsmiddelenverbod. Griffierecht. Hoge Raad: Tegen beslissingen over de niet-tijdige voldoening van het griffierecht en de toepassing van de hardheidslausule staat geen hogere voorziening open. Niet is aangevoerd dat zich een in de rechtspraak aanvaarde doorbrekingsgrond voordoet
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 december 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/02718
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2760, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1191, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑06‑2015
- Wetingang
(art. 127a lid 2, 3 en 4 Rv; art. 3 lid 3 Wgbz)
Essentie
Rechtsmiddelenverbod. Griffierecht. Hoge Raad: Tegen beslissingen over de niet-tijdige voldoening van het griffierecht en de toepassing van de hardheidslausule staat geen hogere voorziening open. Niet is aangevoerd dat zich een in de rechtspraak aanvaarde doorbrekingsgrond voordoet
Partij(en)
Achmea c.s., adv. mr. K. Teuben, vs. A c.s., adv. mr. J.H.M. van Swaaij.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft de rechtbank een vordering van Achmea c.s. afgewezen. Achmea c.s. hebben A c.s. bij appeldagvaarding opgeroepen tegen 2 december 2014. A c.s. hebben bij anticipatie-exploot de roldatum vervroegd naar 11 november 2014. Na diverse rolbeslissingen heeft het hof bij arrest van ...