JAR 2018/15
Wettelijke rente over schadevergoeding wegens kennelijk onredelijke opzegging is verschuldigd vanaf einde arbeidsovereenkomst.
HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3232
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05100
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3232, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1175, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2016
- Wetingang
Essentie
Een werknemer van scholengemeenschap SRL is per 29 juni 2010 op staande voet ontslagen. Hij was Controller/Manager Centraal Servicebureau en werd beticht van het doen van foutieve aangiften Omzetbelasting en fouten in de administratie. Zowel de kantonrechter als het Hof oordelen dat het ontslag op staande voet zonder dringende reden is gegeven. De werknemer vordert betaling van de gefixeerde schadevergoeding wegens het onregelmatig opzeggen en een vergoeding omdat de opzegging kennelijk onredelijk zou zijn. De kantonrechter wijst dat laatste af, maar het Hof wijst een bedrag van € 250.000 toe als schadevergoeding wegens de kennelijk onredelijke opzegging. Het Hof had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.