NJB 2013/2067:Ondergrondse leidingen. Opstalrecht. Uitleg overeenkomst. In 1992 wordt het energiebedrijf van de gemeente Rotterdam verzelfstandigd. In het kader daarvan sluit de Gemeente een overeenkomst met (de rechtsvoorgangster van) Eneco. Het hof oordeelt dat de Gemeente zich contractueel heeft verbonden tot het verlenen van medewerking aan de vestiging van een opstalrecht ten behoeve van Eneco voor de leidingtracés. HR: In de bedingen wordt niet gesproken van de vestiging van een opstalrecht. Evenmin heeft het hof vastgesteld dat de vestiging van een opstalrecht in de onderhandelingen tussen partijen aan de orde is geweest. Daarbij komt dat vestiging van het opstalrecht tot gevolg zou hebben dat Eneco voor onbepaalde tijd het zakelijk recht zou verkrijgen tot het hebben en houden van de leidingen in de grond van de Gemeente. Mede gelet op dit ingrijpende gevolg is het oordeel van het hof onbegrijpelijk.