NJB 2023/993
Strafverhogende omstandigheid dat ‘de schuldige het feit begaat tegen een persoon bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt’, art. 248 lid 3 Sr: met deze – ter implementatie van art. 9 van Richtlijn 2011/93/EU ingevoerde – bepaling is beoogd kinderen die in een kwetsbare situatie verkeren extra bescherming te bieden tegen het misbruik van die kwetsbare positie, waarbij bijvoorbeeld gedacht werd aan kinderen met lichamelijke of geestelijke beperkingen. Hieruit volgt dat de enkele omstandigheid dat het feit is gepleegd tegen een minderjarige nog niet meebrengt dat ook deze strafverzwarende omstandigheid zich voordoet. A-G: anders.
HR 04-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:486
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, C. Caminada
- Zaaknummer
21/02951
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:486, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑11‑2021
- Wetingang
Essentie
Strafverhogende omstandigheid dat ‘de schuldige het feit begaat tegen een persoon bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt’, art. 248 lid 3 Sr: met deze – ter implementatie van art. 9 van Richtlijn 2011/93/EU ingevoerde – bepaling is beoogd kinderen die in een kwetsbare situatie verkeren extra bescherming te bieden tegen het misbruik van die kwetsbare positie, waarbij bijvoorbeeld gedacht werd aan kinderen met lichamelijke of geestelijke beperkingen. Hieruit volgt dat de enkele omstandigheid dat het feit is gepleegd tegen een minderjarige nog niet meebrengt dat ook deze strafverzwarende omstandigheid zich voordoet. A-G: anders.